Bomgordeltje spelen

Aanslag Brussel

Klaarwakker spring ik dinsdagochtend rond 4 uur mijn bed uit en zet de computer aan. De avond ervoor had ik plotseling een zwart beeldscherm en schakelde hij zichzelf uit. Hij doet het weer. Opgelucht voer ik een scan uit en haal ondertussen mijn mail op. De nieuwsbrief van de Volkskrant ontploft vol in mijn gezicht: ‘Doden en gewonden bij explosies Brussels airport.’ Mijn maag keert zich om bij de gruwelijke beelden. Ik groeide namelijk op aan de Belgische grens. De vertrekhal van Zaventem is onherkenbaar verminkt. Mijn herinneringen aan flarden gereten en bezaaid met stukken plafond en onschuldige slachtoffers.

Destructie als hoogste levensdoel

Begrijpen doe ik het nog niet. Immers, hoe kun je destructie als hoogste levensdoel zien? Hoe kun je je broer zichzelf laten opblazen, maar zelf op het nippertje je bomgordel afdoen? Dat deed Salah Abdeslam. Na die Parijse aanslag houdt hij zich bijna vier maanden verborgen. Op het laatste schuiladres woont een oude vrouw. De politie vindt het uiterst verdacht dat zij zoveel pizza eet. En bingo. Ze hebben hem. Vermoedelijk schrikt hij nu elke nacht wakker uit een nachtmerrie, over 70 stokoude maagden die hem met stapels pizza’s achterna zitten. Maar deze terroristen waren toch ook ooit kinderen? Gewone kinderen, zoals mijn buurjongetjes bijvoorbeeld.

Kinderen apen ouderen na

‘I’m gonna get you!’ roept mijn buurjongetje tegen zijn hond Puja. Met een soort houten geweer stormt hij van de porch af de tuin in. ‘Rakketakkataa.’ Meedogenloos knalt hij Puja neer die verbaasd begint te kwispelen. Spelen helpt kinderen dingen verwerken die ze in het dagelijks leven meemaken. En ze oefenen in het meester worden van bepaalde situaties voor in hun latere leven.
Zodra het buurjongetje uit het andere huis verschijnt, laat hij Puja met rust. Wat snappen honden immers van oorlogje spelen? Pief-paf-poef klinkt het door de tuinen. Door het gaas dat hen scheidt schieten ze op elkaar. Tijdens een staakt-het-vuren delen ze gebroederlijk chipjes met elkaar. Het lijkt wel een Jip-en-Janneke-verhaaltje. En wie houdt er nou niet van die twee ondeugende bengels?

Pip en Nikita

Nikita en Chip

Nikita was als kleuter ook dol op Jip en Janneke. Ze herkende de avonturen uit haar eigen leventje. In die tijd was ze al dikke maatjes met Chip. Als de moeders elkaar onverwachts tegenkwamen gingen de kinderen allebei helemaal uit hun dak. Chip sprong dan letterlijk op haar af en Nikita riep dan opgewonden: ‘Pip, Pippie!’ ’s Avonds voor het slapen gaan, als ik haar voorlas, veranderden Jip en Janneke dan ook automatisch in Pip en Nikita.

Nikita en Chip

Inmiddels woont Nikita al weer bijna 3 jaar in Schalkwijk, een allochtone buurt in Haarlem, vlak onder Amsterdam. Ze wisselt van gedachten en recepten met haar Marokkaanse moslim buurvrouw, terwijl Errol stoeit met haar zoontjes.
Ineens slaat mijn fantasie weer eens op hol. Zouden deze Nederlands-Marokkaanse kinderen elkaar ook beschieten met speelgoedgeweren? Of rennen zij, in kinderlijke onschuld, door de speeltuin tegenover hun huis, met een speelgoedbomgordel om hun middel?

Pal Mundo

Pal Mundo

Ik app Nikita en vraag haar om vandaag niet via Amsterdam te treinen. Drie uur later appt ze terug dat ze het nieuws voorbij heeft zien komen. Ze stuurt me een groot kloppend hart, ter geruststelling: ‘Heb uitgeslapen en nu aan schoolwerk. Morgen school en in het weekend Pal Mundo.’
Ik slik even. Pal Mundo is een mega Caribean Latin Festival, het grootste van Europa en duurt twee dagen. Duizenden mensen die in Rotterdam uit hun dak gaan bij opzwepende muziek en spetterende shows. En het is Pasen. De kern van het christendom. Zonder dood, begrafenis en opstanding geen Christus en dus ook geen Christendom. Rampscenario’s trekken in een flits aan me voorbij. Maar ik wil zo niet denken. Onze kinderen hebben recht op hun vrijheid.

Dapper app ik haar: ‘Laat je vooral niet weerhouden door een stelletjes eikels om leuke dingen te doen, maar wees voorzichtig.’
‘Ja, zeker blijf ik leuke dingen doen, mam. En twee vrienden gaan mee naar Pal Mundo.
‘Ik ben blij dat jullie chaperonnes hebben.’
‘Nou, die twee zie ik echt niet als chaperonnes.’ Drie smileys huilen van het lachen. ‘N. gaat maar één avond mee en D. kan goed dronken worden. Vorig jaar hebben L. en ik ons prima alleen gered.’
Met een lichte aarzeling tik ik terug: ‘Ja, maar de wereld is heel snel aan het veranderen momenteel.’
‘Ja en? Dat maakt nog steeds dat vrouwen voor zichzelf kunnen zorgen. Het gaat er nu niet om of je een man of vrouw bent. Iedereen is in gevaar.’
‘Ik denk meer aan Duitsland met Nieuwjaarsnacht. Geen respect voor Westerse vrouwen.’
‘Ja, snap ik, mam, maar we weten heus wel wanneer het foute boel is.’

En dat grote mensen de kinderen dan na gaan doen

Nikita_Chip_1

Ze heeft gelijk. Ik klik de Brusselse gruwelbeelden weg. Het is inmiddels licht geworden buiten. Mijn buurjongetje heeft zijn schooluniform aan en gaat naar school. Vanmiddag speelt hij weer oorlogje in de tuin, ver weg van echte oorlogen en terrorisme. Ik vraag me ineens af of mijn kleinkinderen later tegen elkaar zullen roepen: ‘Laten we bomgordeltje spelen!’
Stiekem bid ik dat kinderen blijven doen wat ze al heel lang doen. Gewoon pief-paf-poef spelen. Net alsof. En dat de grote mensen de kinderen dan gaan na doen.

Christel Cosijn, in Amigoe, 24 maart 2016.

CNN toont nieuwe beelden rampplek – 24 maart 2016 – 4.53

Pal Mundo Festival